|
We vertrekken uit Egypte op weg naar Lourdes, waar we al wandelend voor donker aan hopen te komen.
Egypte als in een buurtschap in Bladel, en Lourdes als een 'grot' achter de kerk in Weebosch. Niet zo ver dus
als je misschien in eerste instantie dacht...
Onderweg passeren we al snel een paddentunnel. Deze wegondergangen zijn speciaal aangelegd om het aantal padden
dat in het voor- en na-jaar wordt overreden binnen de perken te houden.
Padden brengen namelijk de winter door in hoge en dus droge gebieden, maar willen in het voorjaar
naar laaggelegen en natte gebieden verhuizen om te paren, om in het najaar wederom hoog en
droog te gaan overwinteren. Daarbij moeten ze vaak een
weg oversteken. soms zelfs een drukke weg, en omdat padden vaak zonder verkeersdiploma door het
leven gaan en dus niet naar links of rechts kijken bij het oversteken, waarbij ze ook nog wel
eens midden op de weg een uiltje gaan knappen om een beetje bij te komen van alle inspanningen,
worden er heel wat overreden. Tijdens de paddentrek bieden veel vrijwilligers hun hulp aan aan de padden,
maar je ziet ook steeds vaker een paddentunnel. Of er eentje in de buurt is kun je zien aan de
30 centimeter hoge schermen die over een afstand van honderden meters langs een weg staan om de
padden de weg te wijzen naar zo'n tunneltje.
Wij treffen een tunneltje aan onder de Bredasebaan in Bladel, bij de Goorloop. Wat een Bredasebaan in Bladel
doet is ons eigenlijk weer een raadsel...
Wij moeten vandaag de A67 oversteken, de snelweg tussen Eindhoven en Turnhout.
In het verleden verplaatsten wij ons voornamelijk door Nederland met de auto. En ondanks het feit
dat Nederland zich graag profileert als een fietsvriendelijk landje zien we toch dat de
infrastructuur in Nederland geschaald is op de auto. Wat maakt het immers uit als je 15 kilometer moet omrijden om
een snelweg, kanaal, rivier, beek of spoorlijn over te steken? Het aantal bruggen en viaducten is ook in Nederland
aangepast aan de auto, en amper aan de fiets of voetganger. Tenzij een kanaal net een drukke
schoolroute doorkruist heb je je als voet- of fietsganger maar aan te passen aan de auto-maat...
Nu valt de omweg dit keer reuze mee, en is het viaduct zelfs meer gericht op langzaam verkeer
wat blijkbaar massaal de bossen aan de andere zijde van de snelweg wil gaan doorkruisen - we vinden
er dan ook een bijzonder hoge fietspadendichtheid.
We wandelen langs de Cartier-heide in Bladel, en treffen daar - zoals zo vaak, tegenwoordig, in de natuur -
grazende runderen. Let wel: runderen, geen koeien. Koeien kunnen namelijk niet meer overleven zonder de mens
die ze voert, verzorgt, melkt, huisvest en helpt bij de geboorte. Zo kunnen sommige dikbilkoeien niet meer op natuurlijke
wijze kalveren, maar moet de dierenarts een kalf via de keizersnede ter wereld brengen. Doordat hierbij nogal wat
littekenweefsel ontstaan kan zo'n koe slechts twee tot drie keer een kalf krijgen; daarna
worden ze geslacht. In Scandinavië en Zwitserland mag niet het dit ras worden gefokt vanwege deze zeer dieronvriendelijke
aspecten. In Nederland mag het - nog - wel, al mag van de Dierenbescherming de kwalificatie 'puur natuur' niet voor deze
doorgefokte vleesfabrieken worden gebruikt.
Goed, runderen dus. In Nederlandse natuurgebieden kun je natuurlijk ook paarden of schapen tegenkomen, maar meestal zijn
het runderen als de Blonde d'Aquitaine (F),
de Galloway (VK),
het Kempens rund (B/NL),
de Limousin (F),
het Oostvlaams roodbont rund (B),
de Rode Geus (NL),
de Schotse hooglander (VK)
of het Westvlaams rund (B)
die onze heidevelden en bossen bevolken.
Behalve een zekere mate van zelfstandigheid wordt ook gekozen voor runderen met een kalm en zacht karakter.
Tenslotte moeten ze in dezelfde ruimte verkeren als mensen, en we weten allemaal hoe lomp, agressief, stom en
egocentrisch die diersoort kan zijn.
In dit geval leveren de grazende runderen in ieder geval mooie plaatjes op, terwijl we op een bankje
van het uitzicht en de lunch genieten.
Bij Witrijt ontmoeten we de Belgische grens weer een keertje - tenslotte is het de bedoeling om langs
de grens te lopen...
Het blijkt een grensovergang zoals we ze vaak zien: aan beide kanten enkele horeca-bedrijven,
grote parkeerterreinen die waarschijnlijk over zijn gebleven van vroegere
douane-perikelen, wat borden om de argeloze passant te laten weten dat ze vanaf dit punt
onder een andere jurisdictie vallen, en verder niets meer.
We wandelen verder, en na kilometers door enkele geoogste en dus chaotisch ogende bospercelen
over stukgereden bosdreven arriveren we in Weebosch, bij ons einddoel, de Lourdesgrot
achter de Gerardus Majellakerk. We stoppen de tulp achter de grot achter een steen.
En sluiten daarmee onze vierde wandeling af.
Fietsen ophalen in Bladel, en dan weer naar huis. Klaar.
|
|