And you can't outrun them...
     
Vandaag laten we Portland voor een dagje achter ons en rijden we naar Cape Bridgewater,
een ritje van 20 kilometer naar de andere zijde van het schiereiland.
Bridgewater Bay wordt omzoomd door het 4 kilometer lange en door wind geplaagde Shelly Beach.
Tenminste, gewoonlijk wordt de kaap gegeseld door fikse winden. Maar gelukkig, vandaag laten die verstek gaan.
Langs de kaap ligt het Cape Bridgewater Coastal Reserve, tehuis voor twee verschillende
zeehondenkolonies. de Australian Fur Seal en de kleinere New Zealand Fur Seal. Beide
soorten leven strikt gescheiden en vermengen zich nooit.
Zeehonden hebben de unieke eigenschap van vertraagde implantatie: het vrouwtje kan
een bevruchte eicel 'bevriezen', waardoor de jonge zeehondjes altijd in de zomer
worden geboren en daarmee de grootste overlevingskans hebben.
Het wordt een steile wandeling, we beklimmen Stony Hill. Het is een uurtje naar de top van de kaap,
waar we vanaf twee verschillende uitkijkpunten een mooi uitzicht hebben op de twee kolonies.
Een tegemoetkomend Australisch stel vertelt terloops dat ze zojuist de Eastern Brown Snake
hebben gespot, de op een na giftigste slang ter wereld. Oppassen geblazen dus! Bovendien
voegen ze ons bij het afscheid nog even toe: "And you can't outrun them...".
Waarna we opeens heel anders tegen de wereld en de wandeling (en alle bosjes en struiken
onderweg) aan kijken... Het geeft een geheel andere lading aan het idyllische landschap waar
we zo even nog drie leuke schaapjes zagen grazen. Fluitend vervolgen we onze route of in ieder
geval wat luider converserend. Gelukkig blijft een ontmoeting met deze slang achterwege.
De kaap is ook een geliefde plek voor walvissen, die hier van juni tot oktober
passeren. Voor zover er vroege vogels langs zwemmen, aan ons vertonen ze zich niet.
Maar zeehonden zien we bij bosjes, en dat is - getuige het aanwezige logboek - zeker niet elke dag
het geval.
Het afdalen van een helling vinden we vaak vermoeiender dan het beklimmen.
Het risico op uitglijden over losse gravel of kiezels of in het natte gras is vele malen
groter wanneer je omlaag gaat.
We zijn dus extra attent en voorzichtig op de terugweg, ook al omdat die slang hier ook
nog ergens rondslingert.
Op het bergpad ontmoeten we een Australische echidna, een mierenegel! Bang is hij niet,
gaat gewoon verder waar hij mee bezig was: snuffelen. Als hij bijna bij onze schoenen is,
slaat hij af en verdwijnt weer in het struikgewas.
Terug bij onze Belle rijden we nog een stukje verder om het Petrified Forrest te bewonderen.
Vroeger dacht men nog dat deze holle pijpen inderdaad waren ontstaan doordat de bomen van een
bos werden begraven onder het zand. Nu weten we dat het door regen uitgeholde kalksteenformaties
zijn, het eindresultaat van een miljoenen jaren durend proces.
De formaties meten al snel een meter of drie, en er staan kolossen tussen van wel twintig meter!
Ook hier weer een mooi uitkijkpunt over de zee, en ook hier weer: geen walvis te bekennen.
Voldaan en vermoeid keren we terug naar het tramstationnetje in Portland.