|
Portland is een havenstadje in Victoria met ruim 10.000 inwoners.
En begin van de jaren '90 heben ze een probleem: hoewel er in de omgeving
voldoende toeristische activiteiten zijn, blijft er amper een bezoeker in Portland overnachten.
Er ontstaat het gevoel dat de toeristendollar aan het stadje voorbijgaat. En de reden daarvoor,
zo denkt men, is omdat er in het stadje zelf verder geen attracties zijn. Dus moet er iets speciaals worden gebouwd.
In 1995 wordt de Portland Cable Tram opgericht, en met een budget van dik twee miljoen dollar
wordt een traject van bijna vier kilometer uitgezet langs de kust. Aan het tramstation
wordt nog een museum toegevoegd. Daarnaast legt men een gratis overnachtingsplaats voor campers & caravans
aan en Portland is klaar om de toeristen te ontvangen.
Al snel blijkt het initiatief een succes - het eerste jaar worden maar liefst 14.000
passagiers met het trammetje vervoerd.
De kabeltram rijdt 363 dagen per jaar en draait op een zestigtal vrijwilligers.
En naast dit museum worden we dus wakker, op een druilerige donderdag die zijn
belofte helemaal waarmaakt: het regent - min of meer serieus - de hele dag.
We besluiten dat het leven te kort is om zomaar een dag binnen te gaan zitten,
wapenen ons met plu en hoed en wandelen het stadje in.
Of beter gezegd: de botanische tuin met in het centrum geen fraaie glazen kaspartij maar
een oer-Engels croquetveld.
De tuin staat bekend voor haar dahlia’s - maar liefst 1.350 planten met 180 variëteiten.
En - we zijn eens een keertje op de goede tijd op de goede plaats - ze bloeien allemaal, vandaag!
Langs de haven – jawel, nog meer water – plenzen we naar het bezoekerscentrum, waar
een vriendelijke en goed geďnformeerde medewerker ons onthaald op anekdotes en wetenswaardigheden
over het stadje. Wanneer we de deur weer achter ons laten dichtvallen, valt de regen met hernieuwde
energie uit de staalgrijze hemel, en besluiten we om het voor vandaag voor gezien te houden.
|
|