Camping Palmira Beach ligt enkele kilometers verwijderd van het centrum van Valras Plage,
en enkele honderden meters van het strand. En het is alweer enkele jaren geleden dat we de
Middellandse Zee zagen, dus ligt een wandeling over het strand naar het centrum voor de hand.
Het is net vloed geweest als we vertrekken, dus zijn we vaak gedwongen om door het losse rulle
strandzand te ploegen, maar dat mag de pret niet drukken. Het voelt toch als een soort van
thuiskomen, het zonnige strand, de brandende zon, de ruisende branding, enkele zeemeeuwen die
de vloedlijn zorgvuldig in de gaten houden, zelfs een aangespoelde tak.
En in vergelijking met de Atlantische kust lijkt het plastic hier slechts zelden
de vloedlijn te vervuilen.
Naarmate we het centrum, de haven en de boulevard naderen wordt het snel drukker;
de Fransen - in ieder geval hun kinderen - genieten van hun herfstvakantie aan zee.
Al zijn alle strandtenten inmiddels opgeborgen tot de volgende lente, er liggen
genoeg zonaanbidders, op het strand.
We slenteren langs de boulevard op zoek naar een schaduwrijk plekje en komen als zo vaak
bedrogen uit. Elk bankje moet blijkbaar in de gloeiende zon staan, badgasten komen tenslotte
voor de zon en niet voor de schaduw. Dus liggen alle bankjes er verlaten bij; pas als we bij
de haven en bij het jeu-de-boules plein komen liggen er enkele bankjes in de schaduw - en die
zijn dan ook allemaal bezet.
We wandelen een stukje langs de rivierhaven, en kiezen tenslotte een rustplekje op de havenpier,
in de wind. De zon begint te dalen, de badgasten verlaten het strand en slechts enkele
kinderen bevolken het water nog wanneer we weer richting camping gaan wandelen, tegen de
ondergaande zon in.
We zijn weer thuis.
|