Tussen de camping en de stad Nevers stroomt de Loire, en om die over te steken
is er een brug gelegd, dus staat niets ons in de weg wanneer we 's ochtends de schreden stadwaarts wenden.
Op de brug staan een viertal mensen geboeid naar het water te staren. Wanneer we ons naast hen aansluiten
vertelt mijn buurman dat er een stuk of 5 katvissen voor de brug zwemmen; die hebben hier blijkbaar hun vaste stek.
Het betreft hier duidelijk, zo zien we nu, geen aquariumvisjes; het kleinste exemplaar haalt
gemakkelijk de 1,5 meter, en de grootste meet toch minstens 2,5 meter! Ze voeden zich,
zo vertelt mijn buurman verder, met kleinere vissen, eenden en duiven. Die laatste worden verschalkt
als ze water komen drinken... Gevaarlijk plekje hier, die Loire...
We wandelen een stukje langs de oude stadswallen en wandelen de tuin in van het
Musée des Faïances et des Beaux Arts. Nevers was eens wereldberoemd door de kwaliteit van
het hier geproduceerde aardewerk. En dat gaat niet zozeer om kopjes en borden, zo blijkt,
maar om gigantische vazen, dieren, schalen en andere voorwerpen. Een speciale tentoonstelling
geeft een overzicht van de stukken van Montagnon, één van de (nog steeds bestaande) fabrikanten.
Daarnaast presenteert het museum in het kader van 'Le Mois de la Photo en Niévre' (jawel, de maand van de foto)
in de tuin een expositie over de kijk van de plaatselijke foto-club op de in het museum tentoongestelde werken,
en wordt in het museum vandaag een tentoonstelling geopend, 'le je de jeu' met het magisch-realistisch werk van
Michel Kirch. Wij waren er van onder de indruk en verloren ons in de details van de fantastische landschappen...
In het late namiddaglicht beschoten we nog even de kathedraal, en op de terugweg naar de camping liet de zon zich
even van haar beste kant zien.
Het leven, besloten we, kan mooi zijn.
|