|
Inmiddels zijn we al weken in Australië, en behalve enkele uitbundig gekleurde vogels van
verschillend pluimage hebben we nog weinig van het rijke dierenrijk hier gezien.
We besluiten om een bezoek aan het Blackbutt Reserve te brengen.
De enige zijn we zeker niet; we moeten nog een extra rondje over de parkeerplaats
rijden voor we een plekje vinden. Tenslotte is Newcastle een kustplaats en hier in Australië is het nog hoogseizoen!
Het park is gratis; de picknickplekken bij de ingang zijn druk bezet met barbecuende (wat anders?) Australische gezinnen
met bijbehorende ooms, tantes, opa's en oma's. Bij de dieren is het aanzienlijk minder druk, al wordt de hoofdattractie
(twee koala's) wel goed bezocht. De wombats zitten verstopt in een smal en donker tunneltje, de walibi's
hebben de donkerste schaduwplekken in hun enorme kooi gevonden en zijn slechts als zodanig herkenbaar
door hun silhouet, de koala's zitten weggedoken tussen de eucalyptusbladen te dommelen, de ene slang die er is,
ligt weggekronkeld achterin het terrarium en verroert geen vin, de kangeroes zitten bij hun nachthokken de hitte uit en
een enkele emoe zit ons verveeld en met grote ogen aan te kijken, kortom, enkel de fraai gekleurde vogels
en een enkele hagedis vertonen tekenen van leven.
Diegenen onder onze lezers die nu denken dat we het zomaar een dooie boel vonden in het dierenpark hebben het echter mis.
We komen tegen etenstijd weer naar de koala's kijken en niet alleen worden we door de voerende ranger overspoeld met informatie,
ook de koala's komen tot leven, klimmen van de ene tak naar de andere, wisselen zelfs van boom (één van de
informatiepareltjes van de ranger bestaat uit de mededeling dat koala's zelden of nooit hun boom delen met een andere koala).
Even verderop, bij de nachtdieren, komen dezelfde rangers wederom met voerbakken binnen waardoor de aanwezige
(en tot dan toe redelijk roerloze) nachtdieren in staat blijken tot allerlei capriolen om hun diner te bemachtigen.
We hadden eerder al de kooi bekeken met de rusteloos rondwandelende anderhalve meter lange 'lace monitor' ofwel bonte varaan; bij de toiletten
komen we nog een iets groter exemplaar tegen, dit keer zonder de geruststellende aanwezigheid van tralies, gaas, glas
en dubbele sloten op de deur! Al schrikt hij waarschijnlijk nog meer van ons; na enkele minuten te hebben
geposeerd glijdt hij de bush langs het pad in en is in een mum van tijd door de natuur verzwolgen!
Nog een laatste kakatoe en daarna wordt het weer tijd om de auto op te zoeken.
|
|