|
We worden wakker in hotel De Klepperman in Hoevelaken, vandaag. Een licht ontbijt, en dan rijden we naar
BCA Barneveld. Hier nemen we na 17 jaar trouwe dienst afscheid van onze Toyota HiAce. Helaas, hij
mocht niet in de handbagage...
Heel attent worden we, met onze tassen en rugzakken, door een medewerkster van BCA
weggebracht naar treinstation Barneveld Noord.
Vanaf dit station nemen we de trein. Allereerst de boemel naar Amersfoort, en vanaf daar
de intercity naar Schiphol. Zo verwachten we tenminste; helaas denkt de NS dan wel vrouwe Fortuna er anders over;
door seinstoringen is er geen sneltreinverkeer mogelijk naar Schiphol.
We rijden dus maar door naar Amsterdam centraal, vanaf waar we met hetzelfde treinstel door kunnen reizen naar Schiphol.
Maar nu als stoptrein, en dat mag dus wel!
We arriveren ruim op tijd op Schiphol.
Onze reis bestaat uit 2 etappes; eerst een vlucht van 10,5 uur naar Xiamin, China.
Hier moeten we 10 uur wachten op onze volgende vlucht van 9,5 uur, naar Sydney,
Australië. We verwachten hier op woensdag 10:35 uur te arriveren.
We besluiten om nog even wat zaken te herpakken. We zoeken een
rustig plekje om dat te doen, en de vertrekhal van Schiphol is bepaald geen rustige plek!
Na even zoeken vinden we toch 4 bankjes vrij, naast elkaar. De reden hiervoor bevindt zich voor
bankje 5 - een grote vervaarlijk uitziende boxer. Ernaast zit een Canadese mevrouw - leren we later -
met een enorme bench, grote koffer en enkele tassen opgestapeld op een bagagetrolley.
Wij nemen plaats en de hond komt meteen kennis maken. De verzekeringen van de Canadese mevrouw
dat ie erg vriendelijk is en nog geen vlieg kwaad zou doen zijn al niet meer nodig; blij
kwispelend - als een hond zonder staart kwispelt doet hij dat met zijn kont, maar dat even
terzijde - verwelkomt hij zijn nieuwe vrienden.
De mevrouw oogt ietwat vermoeid en vertelt haar verhaal. Ze is dan wel Canadees, maar woont in Kroatië.
Enige dagen geleden was ze met Air Canada van Canada neer Nederland gevlogen, met haar hond.
Bij landing bleek dat de bench onder het bloed zat, en dat de hond vier tanden kwijt was. Hoe deze
situatie kon ontstaan kon niemand haar uitleggen.
Ze had een retour gekocht, en wil nu - met de hond - terugvliegen naar Canada. Maar Air Canada wil haar
hond niet meer accepteren. Zonder verdere opgaaf van redenen. Dus daar zit ze nu...
Al zit ze bepaald niet in zak en as, maar is ze eerder verontwaardigd over haar behandeling door
Air Canada. En heeft ze zich nog lang niet neergelegd bij hun weigering.
Al is ze wel met een alternatief bezig: haar man moest dan maar vanuit Kroatië naar Nederland rijden om
de hond op te halen.
Ze verlaat ons om de hond uit te gaan laten - lijkt ons ook niet makkelijk, op Schiphol en met een volgeladen
bagagetrolley.
We herpakken wat spullen en eten een broodje hounous, daarna gaan we inchecken.
Tijdens het boeken van de tickets konden we plaatsen in het vliegtuig reserveren. Hoewel er nog
tientallen stoelen ongereserveerd waren was het niet mogelijk om 2 stoelen naast elkaar te
reserveren. Gelukkig kan dat bij het inchecken wel.
En het baliepersoneel is erg vriendelijk.
Dat valt trouwens over de hele linie op; met uitzondering van de Chinese douane - en die zullen
dat van hun functieomschrijving wel niet mogen - treffen we overal vriendelijke, professionele,
behulpzame en glimlachende mensen - een compliment aan al het baliepersoneel, de Nederlandse en Australische douane en
het cabinepersoneel van Xiamen Airlines.
Onze bagage is ingecheckt, dus slenteren we naar de douane. Die is een stuk grondiger dan
de laatste keer dat we vlogen, maar ja, dat is al tijden geleden.
Niet enkel tassen moeten door de scanner, ook jassen, vesten, papieren, laptops, telefoons, schoenen,
hoeden, werkelijk alles was los zit wordt gescand. Maar mijn broekriem mag ik behouden.
Ook iedereen die door de scanner loopt wordt daarna gefouilleerd. Niets steekproef,
gewoon iedereen. Geeft dan toch weer een veilig gevoel, totdat we een patrouille
van de marechaussee tegenkomen, bewapend met pistolen en automatische geweren.
We checken onze vlucht - tijd zat - en wandelen door de vertrekhal. Deze wordt vooral opgeluisterd door fietsdecoraties,
en een bezienswaardige klok, waar een man elke minuut de wijzer komt wissen. Sinds we geen alcohol meer drinken en niet meer roken
zijn de belastingvrije winkels niet meer interessant voor ons. En ook op Schiphol heerst het ongezond-eten-virus - naar schatting
80% van het aangeboden voedsel is slecht voor je cholesterol, suikerspiegel en algehele
gezondheid. Wat hebben we toch een vreemde eetcultuur, wanneer ongezond voedsel de
norm is.
Wij amuseren ons met kijken naar ijsberende, zittende en rondrennende mensen, zoeken nog
even naar een reisstekker - niet kopen op Schiphol, hartstikke duur - en Holland memorabilia, en daarmee wordt het
al snel boarding tijd. Bij onze gate staat een fikse file; iedere potentiële passagier
wordt aan de tand gevoeld om te controleren of ze op de plek van bestemming wel welkom zijn.
Onze visa blijken voldoende waarborg, en 5 minuten later zitten we aan boord. Wel naast elkaar, maar het het gangpad ertussen.
Welja.
We stijgen op tijd en zonder al te veel getaxi op, leren om te gaan met ons entertainment center
en krijgen als eerste van alle passagiers ons diner geserveerd, omdat we vooraf aangegeven hebben dat we vegetarisch eten.
Speciale verzoeken en dieten worden als eerste verstrekt.
En na het diner valt de korte nacht - we vliegen tenslotte de zon tegemoet.
Eigenlijk vliegt de ruim tien uur durende vlucht voorbij. Mieke zit naast een dance dj en muziekproducer uit Taiwan en blijft de
hele nacht druk kletsen, ik zit naast een Iers/Belgisch stel die net als wij door zullen vliegen naar Australië.
En daarnaast biedt het entertainment center een aantal mooie films, series, spelletjes en muziek.
Tegen 0830 wordt het ontbijt geserveerd - wederom vegetarisch - en netjes op tijd zet de piloot de
landing in.
We zijn in Xiamen, China beland/geland. Na 20 minuten staande op de vliegtuigtrap te hebben doorgebracht, verschijnt er een bus
die ons naar de aankomst'hal' brengt - meer een aantal opvolgende brede gangen - waar her en der de
inreisformulieren klaar liggen om te worden ingevuld. Blijkt dat ook de transferpassagiers door de douane moeten
en daartoe een 24-uur visum moeten aanvragen. Tegen de tijd dat we aansluiten bij de douane staat
er een fikse rij; de wachttijd is maar maar liefst anderhalf uur!
Uiteindelijk krijgen wij ook een stempel in ons paspoort en mogen we China binnen.
We controleren eerst onze aansluitende vlucht, merken dat we nog 4 uur moeten wachten voor incheck en worden
door een vriendelijke vrijwilligster via een vertaalapp op haar telefoon doorverwezen naar de
transfer lounge waar we de komende uren gebruik van mogen maken. Na enig zoeken - Chinese richtingborden
volgen is niet onze sterkste kant - vinden we de lounge, met een flink aantal luxe blauwe rustbanken. Wat een weelde.
Hier strijken we enkele uurtjes neer.
Flink opgefrist door deze pauze wandelen we even de winkelgalerij door - enorm veel
thee en theeserviezen - en verdwijnen daarna weer in het doolhof van de luchthaven.
We checken weer in, kunnen opnieuw een plekje naast elkaar claimen en gaan wederom door de douane,
waar we een uitreisstempel in ons paspoort krijgen.
In de vertrekhal maken we korte metten met de laatste etenswaren in ons bezit - noodles, granenkoekjes, koffie -
er is hier zelfs een warmwaterautomaat. Er mag geen voedsel ingevoerd worden in Australië, er staan fikse boetes op.
We checken alle zakken, vakjes en tassen.
We mogen weer aan boord en vinden onze zetels. We weten het niet zeker, maar het
zou best wel eens hetzelfde vliegtuig kunnen zijn...
Het vliegtuig vertrekt op tijd, en wij dus ook.
Ditmaal is er iets fout gegaan bij het doorgeven van onze vegetarische wensen. Na een controle blijken er ook geen extra vegetarische
maaltijden aan boord te zijn; ons diner bestaat uit een bescheiden salade, een kleine vruchtensalade en een boterkoek.
Om het een beetje goed te maken komt de stewardess even later nog 6 pakjes nootjes brengen.
We entertainen ons weer de nacht door, één van ons slaapt nog wel een uurtje en om 0830 is het tijd voor het ontbijt.
Ditmaal is er een vegetarische optie: Chinese rijstepap.
Precies volgens planning landen we op Sydney Kingsford Smith International Airport.
Sir Charles Edward Kingsford Smith was een bekende Australische luchtvaartpionier.
In 1928 volbracht hij als eerste een vlucht van de Verenigde Staten naar Australië
over de Grote Oceaan. Verder maakte hij de eerste non-stopvlucht over het Australische
vasteland en de eerste vluchten tussen Australië en Nieuw-Zeeland. Zo vertelt ons Wikipedia.
We halen onze koffers, wandelen door de douane ('Nohting to declare? Okay, have a good one!')
en zoeken eerst een sanitaire voorziening om ons wat op te frissen en om te kleden naar een wat warmer klimaat.
De trein brengt ons naar Sydney Central, en vandaar neen we de boemel naar Wyong, 60 km noordelijker.
In Wyong worden we opgepikt van het station door T, die ons naar onze bestemming brengt.
En omdat het nog vroeg is - uur of half vier - vraagt ze of we niet te moe zijn om iets van de omgeving te gaan zien.
Daartoe zijn wij natuurlijk altijd te porren!
We rijden naar de kust, naar Norah Head Beach, een fraai begolfd strand. Even verderop is een
vuurtoren die we even bekijken, Norah Beach Lighthouse. Deze is al meer dan 100 jaar in geabruik.
We rijden naar een uitzichtpunt over Soldiers Beach waar we de zon zien zakken, en drinken een
kopje koffie in de Soldiers Beach Surf Life Saving Club.
Omdat het al laat is geworden besluiten we om uit te gaan eten. T kiest voor
The Beachcomber Hotel & Restaurant - helaas staat er te veel wind om buiten op het terras met zeezicht te zijn -
en wij kiezen voor vegetarische taco's met haloumi.
Daarna keren we huiswaarts, en op een of andere wijze weten we ons bed nog te vinden...
Een korte nachtrust - je biologische klok laat weten dat het na vijven in de middag is; opstaan luilakken! - en dan worden we
voor het eerst wakker in Australië! We are here! Yes! Na 34 jaar zijn we terug, en wij zijn er blij van!
We gebruiken de dag om aan het klimaat te wennen - dag winterjas, hallo korte broek en jurkje - aan de tijd te wennen
en we maken kennis met Sami, een Russian blue.
De volgende dag - vrijdag alweer - maken we een wandeling door de
omgeving. We concluderen dat we echt in Australië zijn - de vogels en planten verraden het -,
dat iedere Australische man in een grote SUV rond moet rijden, dat de 7-Eleven niets van onze gading verkoopt,
dat Australiërs graag hun voortuinen versieren met Kerstmis, dat we door iedereen vriendelijk worden gegroet,
en dat de zon genadeloos kan schijnen, hier.
De dag erop besluiten we naar een 'echte' winkel te wandelen, de Aldi. Ja.
Het is warm, dus we vertrekken pas tegen 16:00, zonnebrand, zonnebril en behoed.
We ontdekken dat Australiërs voor alles de auto gebruiken.
Tijdens de 4,5 km lange wandeling zien we geen enkele wandelaar en slechts één fietser.
We slaan onze inkopen in en wandelen door de afkoelende avond terug naar huis.
Morgen reizen we verder!
De volgende dag ruimen we alles weer op en in, en tegen 13:00 arriveert T.
We drinken thee, nemen nog een sneetje bananenbrood. Onze trein vertrekt pas over twee uur,
en T stelt voor dat we een ritje gaan maken door de Yarramalong vallei.
We nemen onze reistassen alvast mee en rijden het binnenland in.
De vallei huisvest veel paardenranches - de naam Yarramalong betekent paardenplaats.
In 1858 vestigden zich de eerste blanken in deze vallei.
We bezoeken de Saint Barnabas Church and Cemetery, een van de oudste houten kerken van NSW.
Kerk en kerkhof verschuilen zich in de bossen, en het is er heerlijk rustig en koel.
Zeker als je in een graf ligt. Denken we.
We rijden door en stoppen voor een cappuccino in Yarramalong (ja, is ook een plaatsje),
in de uitspanning van Angel Sussurri, een heerlijk rustiek restaurant.
Daarna rijden we richting Wyong treinstation, met onderweg nog een korte pauze bij
Wyong Milk Factory.
Op het station aangekomen nemen we afscheid van T en gaan het perron op.
Waar we uitvinden dat op de volgende trein enkel gereserveerde zitplaatsen mogelijk zijn,
en we dus moeten wachten op de daarop volgende - toch snel een drie kwartier later.
We appen V dat het een uurtje later gaat worden en wachten geduldig op een perronbankje.
En uiteindelijk komt onze trein, naar Newcastle, de tweede havenstad van Australië,
met steenkool als belangrijkste motor. Zo begrijpen we.
Onderweg gebeuren er vreemde dingen, wagondeuren openen en sluiten zich, niemand te zien.
Een medepassagier knikt ons geamuseerd toe, er gebeuren altijd de meest rara dingen in zo'n trein,
had hij al vaak ondervonden.
We arriveren op treinstation Broadmeadow waar we worden opgehaald. Soms is het leven gewoon te gemakkelijk.
Ook V biedt aan om even een rondje langs de haven, het fort, het park en de kust te maken.
Newcastle verscheept veel steenkolen, aangevoerd uit de mijnen in het achterland.
Op een heuvel bij de havenmonding troont nog steeds Fort Scratchley, gebouwd op de top van Flagstaff Hill
met een fraai uitzicht over de monding van de Hunter rivier en genoemd naar de officier die
verantwoordelijk was voor de bouw. Het fort was bedoeld als verdediging tegen de Russen in
een van de vele oorlogen waar Engeland in verwikkeld was aan het einde van de 19e eeuw.
Ten zuiden van het fort strekken zich de stranden van Newcastle uit.
|
|