Er zijn op deze wereld magische plekjes te vinden.
Je moet dan wel in het bezit zijn van alle sleutels om deze magie te ontsluiten, anders
blijft het gewoon een mooi plekje, fotogeniek misschien, leuk, maar betoverend, nee.
En het is ook niet altijd magisch; soms is het de lucht, zijn het de kleuren,
de geuren, de mensen, de warmte die laag over de velden hangt, muziek of een combinatie van dingen.
In ieder geval weet je dan: hier hoor ik nu te zijn, dit is er voor mij.
Rundãle is een magnifiek paleis, gebouwd in de 18de eeuw door de Italiaanse meester Bartolomeo
Rastrelli die ook het Winterpaleis in St Petersburg op zijn naam heeft staan. De restauratie
van het paleis begon zo'n veertig jaar geleden jaren en men is er nog lang niet klaar mee.
Er zijn dan ook 138 kamers op te knappen en in te richten; momenteel zijn er 40 voor het
publiek geopend. En dan zijn er ook nog de tuinen en de bijgebouwen.
In de stallen was een speciale tentoonstelling ondergebracht met kerkschatten die zijn "gered"
toen de Sovjets weigerden om één hand uit te steken om te voorkomen dat allerlei kerken in
Letland, beschadigd door de oorlog, instortten.
Leuk allemaal, erg indrukwekkend, en de vraag dringt zich steeds op wat een dergelijk
luisterrijk paleis in deze uithoek te zoeken heeft. Natuurlijk weten wij het antwoord
hierop; dat heeft te maken met Russische tsaren en tsarinnen, jeugdige schelmen, oude
en stervende hertogen, overspel, hebzucht, verbanningen en machtsmisbruik, waarover
gemakkelijk een TV-serie van 240 afleveringen kan worden gevuld. Maar helaas moeten
we teleurstellen: ons verhaal gaat daar helemaal niet over.
Ongeveer één kilometer van al dat fraais stond een van de onderkomens destijds gebouwd
voor het bedienend personeel. Het was een fraai wit gepleisterd pand waarin nu een bar,
restaurant, feestzaal annex hotel huisde en waar wij onze intrek hadden genomen. Het
gebouw droeg de toepasselijke naam Balta Maja en voor diegenen onder ons die het
Lets niet machtig zijn, inderdaad, het Witte Huis.
We waren via het internet getipt dat dit eigenlijk geen camping was, maar dat er best
wel een plekje kan worden gevonden voor een tent of caravan.
Het huis werd bewoond door vier generaties van de familie Ikerte.
Grootmoeder had zich definitief teruggetrokken achter de geraniums; tijdens ons verblijf
hebben we geen levensteken van haar waar kunnen nemen, maar volgens moeder Solvegia en
dochter Laura was ze er nog wel degelijk! Kleindochter Orelia maakt de vier generaties
compleet. De man van Solvegia woonde er ook maar tijdens onze aanwezigheid verbleef
hij in het ziekenhuis.
Zoals we vaak zien in deze contreien draagt bijna iedereen meerdere petten. Solvegia was
ook eigenaresse van een naaiatelier waar vier dames op bestelling kostuums en andere kleding
maken. En Laura werkte als restaurateur op het paleis, verzorgde teken- en schilderlessen,
en werkte als freelance ontwerpster van bedrijfslogo's en zo. Orelia was nog maar een
kind en droeg elke pet die ze maar wilde.,
We wilden naar Bauska om nog wat geld te pinnen en enkele laatste boodschappen in te slaan
alvorens Letland weer uit te rijden, de volgende dag. Goed voornemen, daar niet van, maar
toch lukte het ons niet om dit ten uitvoer te brengen: ons busje was zo'n beetje tot de
as weggezakt in de zachte bodem van de achtertuin van het Witte Huis!
Met behulp van moeder en dochter en onder de aanmoedigende kreten van kleindochter probeerden
we hem er eerst uit te duwen met als enige resultaat een stroom modder die onder de
achterwielen uitspoot. Daarna groeven we een helling voor de achterwielen en plaveiden
die met plankjes. De modderlawine die daarna werd voortgebracht werd af en toe afgewisseld
met een uitgeworpen plank, wat aan het spektakel toch een wat gevaarlijker tintje gaf.
Ik had een lier bij maar er was niets binnen kabelbereik waar ik hem aan vast kon maken.
De inmiddels gearriveerde kok, moreel bijgestaan door een keukenhulpje en een serveerster
zette zijn Peugeot in als anker met als resultaat dat niet ons busje maar de koksauto in
beweging kwam. Een in de buurt wonende boer werd gepolst, maar die was met zijn tractor
aan de andere kant van het dorp aan het ploegen. Een andere vriend, ditmaal in het bezit
van een 4x4, werd gebeld en zou over een half uurtje wel even langskomen.
Tijd dus, vond Solvegia, voor een glaasje wijn. Want elk probleem wordt en stuk minder
ernstig als je het door de bril van een lekker glas wijn bekijkt! Een idee wat Laura
blijkbaar van harte ondersteunde, want die kwam al aanlopen met twee flessen en zeven
glazen.
We namen plaats aan een grote tuintafel, en al snel zat eenieder met elkaar te praten.
Solvegia praatte Duits en honderduit over een vakantietrip die ze had ondernomen naar
Siberië; Laura vertelde in het Engels over haar restauratiewerk en een geplande vakantie
naar Nepal en de kok, het keukenhulpje en de serveerster vertelden in het Lets over
hun leven. Een bont gezelschap, wat na een half uurtje werd uitgebreid met de chauffeur
van de 4x4, die twee vrienden had meegebracht.
Uiteindelijk werd het busje vlot uit de modder getrokken, werd de caravan ook maar meteen
op het hard gezet, namen we afscheid van het 4x4 gezelschap en werd in de inmiddels
invallende schemering de barbecue aangestookt. Uit de keuken van "Het Witte Huis"
werd worst, brood, ketchup en borden aangevoerd, wij haalden nog enkele flessen wijn
uit onze kelder en even later zaten we gezellig te eten.
En werd het dus echt een magische avond.
|