Wegen, telefoongesprekken, zelfs de zee. In Letland wordt niet alles even goed gekoppeld…
We waren in Letland, en dat hebben onze schokdempers geweten! De verbindingswegen bestonden meestal uit smalle asfaltstroken, vol met kuilen, hobbels en andere oneffenheden, met afbrokkelende zijkanten - als je geluk had. Je kon ook een weg treffen die, gesteund door EU-gelden, werd opgeknapt. Om het doorgaande verkeer te gerieven was d an naast deze bouwput een noodweg aangelegd, meestal bestaande uit betonplaten.
Wij kennen in Nederland ook nog wel betonwegen, speciaal aangelegd voor autorijdende treinliefhebber die anders het kadoem - kadoem - kadoem geluid teveel missen. Alleen - hier in de Balten leken de betonplaten redelijk willekeurig te zijn neergelegd, met af en toe spleten tussen de platen die op konden lopen tot een 30 centimeter of hoogteverschillen tot een centimeter of vijf. Wat dan weer resulteert in een gemiddelde snelheid van 20 kilometer per uur, over een afstand die op kon lopen tot 50 kilometer.

Na een urenlange autokruiptocht tussen de dennenbossen over die hindernisbanen logeerden we aan een fraai binnenmeer, het meer van Usmas, op een voor Baltische begrippen erg mooie en luxe camping; het sanitair zou op een Nederlandse camping niet misstaan! Het was hoogseizoen, maar dat bleek op deze camping alleen uit enkele Duitse en Nederlandse campers en caravans; de Letten zitten blijkbaar het hele jaar al in de dennenbossen en voelen geen dwingende behoefte om daar ook hun vakanties door te brengen…
Op loopafstand van de camping werd een kerkje gebouwd. Het kan ook zijn dat ie eigenlijk al af was. Het bijzondere aan dit gebouwtje was dat alle onderdelen blijkbaar te plaatse werden vervaardigd; van de kerkbanken tot de deuren, van de houten muren tot de toren, van het altaar tot de wandversieringen kon je overal duidelijk de huisvlijt ontdekken. De verbinding met God werd hier duidelijk nog in het zweet des aanschijns gelegd! Een soort van uit de hand gelopen hobbykerk.

Een bezoek aan Ventspils, de belangrijkste havenstad van Letland, toonde overtuigend aan dat de Letten hun vakantievreugde ook hier niet zochten; je kon zonder enig risico om iemand te raken een kanon in de stad afschieten.

In Irbene staan twee enorme radiotelescopen, de grootste met een doorsnede van 32 meter (en daarmee op zeven na de grootste ter wereld), verborgen in de bossen. Dit was een Russische spionage-enclave waar militairen trans-Atlantische telefoonverbindingen trachtten af te luisteren. In 1994 werd de installatie door de Russen gestript en achtergelaten, en sinds die tijd pogen de Letten de boel weer aan de praat te krijgen, nu niet met en militair maar een wetenschappelijk doel.
We werden rondgeleid door een Letse mevrouw en klauterden een uurtje rond in het gebouw. Een vreemd samenraapsel van jaren-50-techniek en 21ste eeuwse technologie, hier en daar opgesierd met een PC uit het pre-Windows-tijdperk. Bijna alles in het gebouw bestaat uit (giet?)ijzer, vastgeklonken met enorme bouten en moeren; je waant je in een raket uit de tijd van Jules Vernes!
Enkele enorme verlaten flatgebouwen getuigen van de hoeveelheid personeel dat hierbij was betrokken.

Kaap Kolka is de plaats die de Golf van Riga met de Baltische Zee verbindt, en daarmee een onstuimig plekje. Niet al te lang geleden had hier blijkbaar een storm gewoed, bijna alle bomen die aan de zeekant groeiden waren ontworteld en lagen half in zee!