Het tijdstip: zo'n 400 jaar geleden
De plaats: kasteel K?trzyn in Polen (nee, deze Polen kennen duidelijk geen Nederlands)
De gebeurtenis: een wonder
De hoofdpersoon: een moordenaar
De ster: de heilige maagd Maria, je weet wel, de moeder Gods!
Het lijdend leidend voorwerp: een houtsnijwerkje
Het sprookje:
De naam van onze moordenaar is blijkbaar verloren gegaan, maar hij zat dus vast in de
kerkers van het kasteel, ter dood veroordeelt vanwege zijn wandaden, en de volgende dag
zou het vonnis worden voltrokken. Of ze in die tijd dit vonnis uitvoerden met de strop
of door onthoofding vermeldt de legende niet. Dat onze moordenaar spijt had van zijn
daad was wel te verwachten; weinig tot de strop (laten we dat dan maar aannemen)
veroordeelde moordenaars zullen hun laatste nacht op aarde doorwaken zonder enige
wroeging te voelen, al was het maar omdat ze zo stom waren geweest om zich te laten pakken!
Al dat jammeren en janken trok blijkbaar de aandacht van onze Maagd Maria; ze kwam even
op bezoek en was zo onder de indruk van de creatieve capaciteiten van onze moordenaar
dat ze een blok hout in de cel toverde, tezamen met een batterij gutsen, hamers en
messen en hem de opdracht gaf om een beeltenis van haar te maken. De legende
vermeldt niet of Maria model bleef staan tijdens het creatieve proces of dat
ze direct weer hemelwaarts toog om piepers te jassen voor het Hemels diner of zo.
Onze moordenaar begon in ieder geval te hakken, te kappen, te snijden en te gutsen
dat het een lieve lust was. De hele nacht werkte hij door en pas bij het ochtendgloren
was hij klaar.
De cipier zal waarschijnlijk wel raar hebben opgekeken toen hij de veroordeelde
misdadiger kwam halen en heel de cel onder het gereedschap en de houtkrullen lag,
om nog maar te zwijgen over het eindproduct: een magnifiek vorm gegeven beeld van
de Maagd.
In ieder geval werden de rechters gewaarschuwd dat er iets vreemds aan de hand was.
Ze kwamen kijken en waren zo onder de indruk van het beeld dat ze het als een teken
van God beschouwden. Een teken dat slecht op één manier kon worden geduid: de
moordenaar moet worden vrijgelaten!
In die tijd was dat verder geen probleem: de misdadiger werd uit de kerker gehaald,
kreeg het door hem geproduceerde beeld in zijn handen gedrukt en werd vriendelijk
verzocht om zijn heil elders te zoeken. Nog een wonder dat ze hem niet heilig verklaarden;
bij de katholieken gaat dat tenslotte makkelijk genoeg, kijk maar naar JP!
De amateurbeeldhouwer nam natuurlijk de kuierlatten en al na enkele kilometers werd
dat beeld hem een blok aan het been. Toevallig passeerde hij net een oude lindeboom
dus stalde hij het beeld in de onderste takken en verdween vervolgens uit de analen
van de religieuze geschiedschrijving.
De geschiedenis van het Mariabeeld was echter nog maar net begonnen. Een boer kwam
voorbij, sloeg een kruisteken en de volgende dag was zijn zieke koe weer beter!
Of een huisvrouw kwam voorbij, maakte een knieval en de volgende dag legde de kip
maar liefst twee eieren! Of een man kwam voorbij met kiespijn en op weg naar een
praktiserende kwakzalver, struikelde voor het beeld over een wortel, viel op zijn
gezicht en verloor de ontstoken kies. Of passerende schapen vielen voor het beeld
op hun knieën. Enfin, het ene wonder volgde met eentonige regelmaat het andere op
en voor je 'heilige moeder Maria' kon zeggen ontstond rondom de lindeboom een pelgrimsplaats.
Net als bij de Heilige Eik in Oirschot weigerde het beeld om verplaatst te worden;
als de lokale pastoor het in zijn kerk wilde plaatsen was het beeld de volgende dag
alweer terug in haar boom. Weer een wonder, dus.
Uiteindelijk besloot met om dan maar een nieuwe kerk rondom de Heilige Lindeboom te
bouwen, en zo ontstond tussen 1687 en 1693 '?wi?ta Lipka', jawel, 'Heilige Lindeboom',
een van de bekendste pelgrimsoorden van Polen.
Tegen 1740 was men ook klaar met het decoreren van het interieur (dat heb je, met een
barokke kerk).
Het is een vreemde verschijning, deze druk versierde kerk, in het midden van nergens,
voor je op te zien rijzen. En de orgelconcerten zijn indrukwekkend!
En de wonderen? Tja, schapen laten ze in de kerk natuurlijk niet meer toe.
Tenzij je natuurlijk de pelgrims aan gaat duiden als makke schapen; dan waren
we zeker getuige van een wonder!
|