Camping Stogi nr 218 in Gdansk is een mooi gelegen uitvalsbasis om Gdansk te verkennen; slechts 300 meter verwijderd van het druk bezochte strand en 100 meter van een directe tramverbinding met het centrum. Daarnaast was het, in ieder geval toen wij er kampeerden, een typische Oostblokcamping met dito sanitair.

Met een oude, rammelende en piepende tram reden we naar de stad.
Gdansk ontstond in zijn huidige vorm rond 1350, nadat de stad was verovert door de Teutoonse Ridders. De Orde van de Hospitaalridders van de Heilige Maria van de Teutonen in Jeruzalem werd in 1190 in Palestina opgericht als een ridder- annex monnikenorder die zich tot doel stelde om al die arme Germaanse kruisvaarders die helemaal naar het Beloofde Land waren gekomen om wat ongelovigen af te slachten van medische zorg te voorzien. De orde bleek een buitengewone aantrekkingskracht te bezitten voor al die reli-vechtjassen die in het Heilige Land arriveerden en langzaam ontstond de Teutoonse ridderorde, samengesteld uit riddermonniken.
Terug in Europa zagen zij hun kans schoon toen de Poolse Hertog Konrad I van Mazovië hun hulp inriep om zijn ongelovige landgenoten te wijzen op een belangrijke keuze die ze moesten maken: wordt katholiek of dood. Tenslotte spreken we over de donkere Middeleeuwen: de hoogtijdagen van de katholieke moraal!
Gdansk werd door de ridders verovert in 1308, en om hun katholieke inborst te tonen dan wel een punt te maken joegen ze na de overwinning meer dan 10.000 inwoners over de kling. Vijftig jaar later beleven de Teutonen hun hoogtijdagen als ze heel Pruisen onder hun bewind hebben. Daarna zet de teloorgang in; in 1466 werd het verdrag van Torun getekend waarbij ze het overgrote deel van hun bezittingen op zagen gaan in het Koninkrijk Polen. Heden ten dage is de Grootmeester van de Teutonen te bereiken op de Singerstrasse 7 in Wenen waar een klein museum is gevestigd.

Tijdens de 80-jarige oorlog in De Nederlanden werd Gdansk een toevluchtsoord voor Hollanders die vanwege hun religieuze overtuiging werden vervolgd. Behalve het bouwen van de typisch Hollandse trapgevels kunnen wij Nederlanders het natuurlijk ook niet laten om de omliggende moerassen in te polderen.
Polen werd verdeeld en Gdansk werd Pruissisch, Napoleon kwam en even werd Gdans Frans, daarna werd de stad weer bij Pruissen gevoegd. Na de Eerste Wereldoorlog werd de stad even een vrijstaat, tot de Tweede Wereldoorlog zich aandiende en Polen werd ingelijfd bij Duitsland.

Zoals zoveel steden was Gdansk na de tweede wereldoorlog compleet vernietigd. Niets restte dan wat resten. In die situatie kun je als vroede vaderen twee kanten uit. Of je maakt van de gelegenheid gebruik om een splinternieuwe stad te ontwerpen en te bouwen, of je besluit om alles wat je al had opnieuw te bouwen. Vreemd genoeg kiezen ze altijd weer voor het herbouwen van de oude glorie.
In elk geval leverde dat voor Gdansk een magnifiek en sfeervol centrum op, met de fraaie Koningsweg en de massieve Kraanpoort. En in talloze straatjes met hun typische trapgevels waan je je in Antwerpen of Amsterdam. En omdat de dakgoten niet zijn aangesloten op een riolering wordt de hele straat tijdens een regenbui besproeit met hemelwater.
Wat ons weer terugbrengt naar de Teutonen…