Een smalle strook water, de Strelasund, vormt de scheiding tussen het eiland Rügen en het vasteland. En Rügen bezit, volgens onze gids tenminste, het fraaiste stukje kust van Duitsland.

We staken dan ook de Strelasund over via een brug en streken aan de andere kant neer op een camping in Altefähr. De brug was duidelijk al enige tijd geleden geconstrueerd en intussen ingehaald door de vaart der volkeren. Ernaast was met bezig met een nieuwe brug: een fantastisch bouwwerk dat compleet ongeschikt was om iemand met hoogtevrees toegang te verschaffen tot het eiland. Wel mooi, dat wel. En zo te zien kun je er in de toekomst knoerhard over naar Rügen rijden. En mocht de Queen Mary IV (ik weet niet of er een schip met die naam bestaat of ooit heeft bestaan maar ik stel me er een gigantisch hotelschip bij voor met minstens 6 torenhoge schoorstenen bovenop de 54 hoteldekken) nog eens tussen Rügen en het vasteland door willen varen, dan is er alvast rekening mee gehouden. We reden naar de andere kant van het eiland, want daar, in het nationale park van Jasmund, daar staat de Köningsstuhl. Hier, 180 meter boven de zee, liggen de torenhoge krijtrotsen waar het eiland beroemd om is geworden. En imposant zijn ze zeker! Via en houten trap kun je afdalen naar de zee, waar je geheid krijtwit aankomt!