wijzijnerwegvan
in week 48...
Nu al ruim een week staan we op camping De la Crau in Saint Martin de Crau.
Naast de camping ligt een bouwplaats waar een nieuwe flat wordt neergezet. De bouwvakkers beginnen 's ochtends stipt om zeven uur.
De regen van de afgelopen weken heeft de looppaden veranderd in modderbaden - we kijken bij de Decathlon
met steeds meer belangstelling naar de laarzenafdeling. Wel heeft de camping wifi. Gratis, stabiel en snel.
Op woensdag is het precies een jaar geleden dat Jan van de ladder viel en zijn enkelbanden scheurde
en het lopen gaat nog steeds moeizaam - vooral over ruw terrein.
We nemen afscheid van deze camping en rijden verder naar Colombiers, bij Béziers. Camping 'Les Peupliers'
blijkt net zo nat te zijn als die waar we juist vandaan komen, en gratis wifi hebben ze niet.
Maar zonder twijfel roepen we het sanitair uit tot het mooiste wat we de afgelopen
zeven jaren tegenkwamen. Wow.
We weten eigenlijk nog steeds niet of Colombiers nu een Office du Tourisme heeft of niet. De borden met
<>Tourist Information> voeren ons naar een oude wijnschuur die juist wordt gerenoveerd
én waar we eerst door een bouwvakker binnen worden genodigd om foto's te maken van de kolossale vaten in de wijnkelder
die onderdeel blijkt te zijn van het plaatselijke kasteel, en vervolgens - we vermoeden door de opzichter - weer buiten worden gezet
omdat toeristen geen toegang hebben tot de bouwplaats. Uiteindelijk voert onze speurtocht naar
informatie over de omgeving ons naar de splinternieuwe mairie waar we allervriendelijkst
worden ontvangen. Er wordt een medewerker opgetrommeld die vol goede moed het gebouw induikt en na een minuut of tien triomfantelijk weer
opduikt met enkele folders. Een plattegrond was er dan wel niet, maar we worden meegetroond over de trappen het gemeentehuis in,
waar op een prominente plaats een gigantische luchtfoto van het dorp hangt.
Ter plekke krijgen we een uitgebreide verhandeling over de bezienswaardigheden van het dorp.
Daarna worden we weer naar de uitgang begeleid waar iedereen wuivend afscheid van ons neemt. Wat ons betreft is er dus niets mis
met de vriendelijkheid en hulpvaardigheid van de gemeentelijke medewerkers in Colombiers!
Béziers blijkt een rustige stad, die tegenstribbelend, moeizaam en mondjesmaat haar charmes prijsgeeft.
Ook hier lijkt geen enkele inwoner te weten waar het Office du Tourisme zich bevindt, en getuige allerlei
conflicterende richtingborden lijkt ook het toeristenbureau zelf het spoor ietwat
bijster, wat te maken blijkt te hebben met een recente verhuizing. Uiteindelijk toch gewapend
met plattegronden en een stadswandeling arriveren we bij de kathedraal. Allereerst bekijken we de
Tuin van de Bisschoppen, die als tuin niet veel voorstelt. Het uitzicht is er echter schitterend.
We gaan daarna de Saint Nazaire kathedraal binnen. Men vindt het in Béziers nodig dat er
toezicht aanwezig is in de opengestelde kerken. Dat is lang niet overal het geval; we hebben ook
kerkgebouwen bezocht waar je zonder problemen met de preekstoel, het altaar, enkele
heiligenbeelden, de aanwezige offerkaarsen en het kruisbeeld aan de haal kunt gaan,
maar dat kan in Béziers dus niet. Althans niet onopgemerkt; vlak voor de ingang zit een oude man, met naast hem een paar loopkrukken,
achter een tafel. Op de tafel liggen enkele stapeltjes briefkaarten, wat gidsen over de kathedraal
en over Béziers in het algemeen en nog een schijnbaar willekeurig samengestelde verzameling
kruisbeeldjes, hangers, medaillons en lepeltjes die we daar aan kunnen schaffen. De man staart een beetje
nors, droevig bijna, voor zich uit, een houding die hij zonder zichtbare inspanning weet te handhaven
terwijl wij het fraaie interieur bekijken.
Twee andere kerken, verderop langs de wandelroute, blijken beide gesloten. Ze hebben vast geen
enthousiaste vrijwilliger kunnen vinden als suppoost, zo denken we...
Even buiten Colombiers, zo weten wij van onze gemeenteambtenaar, ligt Malras, een heel speciaal
plekje. Hier ligt een heuvel, en onder de heuvel door is eeuwen geleden de afwatering gegraven voor
het drooggelegde Meer van Montady. Daar overheen is in de 17e eeuw een tunnel gegraven voor het
Canal du Midi. En daar tussendoor is weer tweehonderd jaar later een spoorwegtunnel gegraven.
En de heuvel is nog steeds niet ingestort! Bovenop de heuvel ligt een prehistorische versterking,
het Oppidum d'Ensérune. Reden genoeg om hier een bezoekerscentrum in te richten dat zelfs op
zaterdag blijkt te zijn geopend.
We bezoeken de beroemde negen sluizen van Fonséranes. Over een afstand van 280 meter daalt het Canal de Midi
21 meter. Een knap staaltje waterbouwkunde, dat helaas als wij er zijn in onderhoud is; enkele
majestueuze sluisdeuren liggen op blokken aan de kant, en overal verstoort de rood-witte afzetting
het fraaie bouwwerk en onze foto's.
We wandelen over het kerkhof van Colombiers en constateren dat er bijna alleen maar familiegraven staan.
Dat lijkt misschien een leuk idee, maar wat doe je ermee als gemiddeld echtpaar? De man bij zijn familie en de vrouw
bij de hare? Of maar weer lekker knus in een nieuw familiegraf? In ieder geval zagen wij hier een voor ons nieuw
initiatief van de plaatselijke pastoor om mooi bewerkte, oude familiegraven te behouden: 'adopteer een graf'!
|