wijzijnerwegvan
in week 18...
Op maandag genieten we de Paasbrunch bij Huub.
En ook deze week bezoeken we nog verschillende keren het Safaripark Beekse Bergen. Bijna alle
dieren weten precies wanneer ze worden gevoerd en staan al een half uur van tevoren te wachten op
de ranger; zo ook de gibbons. De ranger legt uit dat deze apen ditmaal een aantal takken krijgen waarvan de schors
bijzonder voedzaam is, en werpt vervolgens de takken naar het gibboneiland. De dieren kunnen nog net
voorkomen dat ze door het rondvliegend hout worden geraakt en blijven vervolgens wachten op
hun eten. Blijkbaar heeft niemand hen ooit iets verteld over deze nieuwe voedselbron; aarzelend blijven
ze nog een kwartiertje nadat de ranger alweer is vertrokken staan wachten op appel, banaan, mango
of andere herkenbare etenswaar; daarna druipen ze teleurgesteld en zonder het gebladerte een blik
waardig te gunnen af. Honger lijden, vanmiddag!
Jan durft een resolute stap in het genezingsproces van de enkelband te nemen en levert de loopkrukken - na een half jaar - weer in!
We doen wat laatste inkopen (een back-up schijf, een nieuwe kookplaat), slaan wat onmisbare etenswaren in
(kaas, quiches, salades en dropjes) en vertrekken na een onbedoeld lang verblijf van maar liefst 240 dagen in Nederland
(in de winter, nota bene) weer eens naar het buitenland! We rijden naar Mons in België (of Bergen, zoals een aantal vrienden meteen weet te melden).
Mons blijkt een mooie en gezellige stad! De Grand Place in het centrum heeft een vermakelijke fontein en
drukbezette terrasjes. En boven het smetteloos gerestaureerde Belfort bevindt zich een levendige kasteeltuin.
In de Collegiale Kerk van de Heilige Waldetrudis, een hele mondvol voor een fraaie kerk,
zijn een heleboel kapelletjes te bezichtigen en raken we onder de indruk van het albasten beeldhouwwerk van
Jacques du Broeucq. Bovendien is de tresor uitgebreid voorzien van allerlei relikwieën; lichaamsdelen van
velerlei heiligen zijn te kust en te keur voorradig. Rare jongens toch, die katholieken!
Het is deze week Koninginnedag en om dat heugelijk feit te vieren kijken we traditiegetrouw een toepasselijke film: The MaTrix.
De eerste zondag van de maand blijken veel Belgische musea gratis te worden opengesteld; we besluiten hier gebruik van te maken.
Allereest bezoeken we het BAM (Beaux Arts Mons) museum. De tentoonstelling van Pierre Tal Coat hadden we mogen missen,
maar de reguliere collectie is alleszins de moeite! Vervolgens visiteren we kort de Schatkamer van de Waldetrudis kerk.
Het Museum voor Sierkunsten François Duesberg houdt eerst zijn deuren nog voor ons gesloten. Na even aanbellen
blijkt de voordeur klem te zitten en worden we door een zijdeur binnengeloodst; we zijn de enige bezoekers. Her en der worden lampen aangeknipt.
Op onze vraag of het museum ook op de eerste zondag van de maand gratis toegankelijk is krijgen we van de dienstdoende beambte
in wie wij de eigenaar vermoeden de wind van voren. Dit is een internationaal vermaard museum!
Hij heeft die ochtend al twee groepen gehad - en hij duwt ons ter illustratie een gastenboek onder de neus.
Hoe komen we erbij dat het hier gratis is; het is geen derderangs museumpje of zo! Ach, die toeristen!
We worden al mopperend en hoofdschuddend weer naar buiten geleid waar we ietwat verbouwereerd op de stoep staan. Nou moe!
|