Gelukkig in de regen

Virton, 28 april 2008

 

Nederland ligt weer achter ons, en voor ons liggen lange zomermaanden in het zuiden van Frankrijk (wat iets anders is dan Zuid-Frankrijk!) en in het noorden van Spanje.

En voor de overgang verblijven we een week in België. Een land wat we de afgelopen jaren een aantal keer hebben doorkruist zonder ook maar een overnachting ter plaatse te overwegen. We waren het er beiden over eens dat België niet langer door ons kon worden genegeerd.

 

Na een veelbelovende start, liet het weer het in de tweede helft van ons verblijf danig afweten: het regende en volgens de weersverwachting zou dat de komende dagen niet meer veranderen.

 

De afgelopen decennia hebben Mieke en ik meer overeenkomsten bij elkaar gevonden dan verschillen, maar onze reactie op regen is duidelijk één van de verschilpunten. Voor Mieke is regen de aanleiding om je uit te rusten met een regenjas en een paraplu, voor mij is regen een goede reden om maar binnen te blijven. Zoals dat in een partnerschap hoort hebben we altijd een compromis kunnen vinden: we blijven ’s ochtends thuis en gaan ’s middags de regen in. Voor mij wil dat zeggen dat er tenminste de hoop aanwezig is dat de regen na het middaguur de pijp en stelen aan Maarten heeft gegeven, voor Mieke dat ze niet de hele dag binnen hoeft te zitten of alleen op stap moet gaan.

Dat systeem heeft jaren naar onze tevredenheid gefunctioneerd, totdat de beschikbaarheid van draadloos internet de afgelopen winter roet in het eten gooide. We hadden opeens toegang tot wat de doodssteek voor de tv-weerman in moet houden, buienradar punt en el. Bijna tot op de minuut nauwkeurig stond daar in niet mis te verstane bewoordingen en symbolen uitgedrukt wanneer de neerslag zou gaan vallen, hoe lang het zou gaan duren en of we te maken zouden krijgen met een zware hoosbui of een druilerige miezer. Opeens moesten we beslissen om maar vóór 10 uur te gaan wandelen, want volgens de buienradar zou het rond enen flink gaan gieten. Weg was de spanning, weg was de rust die van ons compromis uitging. Opeens moesten we ons gaan haasten want … we wisten. Bah.

 

Gelukkig was dat in België anders. Niet dat de vooruitgang hier was achtergebleven: ook nu hadden we wifi op de camping. En niet dat de Belgen geen buienradar hadden: ook hier was dit fenomeen doorgedrongen.

Maar wij zaten aan de Franse grens. En de Belgen hielden op de radar zorgvuldig de landsgrenzen aan: alles wat zich daarbuiten afspeelde kon kennelijk geen invloed hebben op de Belgische neerslag. En de wind zat in het zuiden. Deze drie factoren droegen er toe bij dat we totaal geen inzicht kregen in de kans op neerslag in de komende uren. Zodat we al snel weer in ons oude ritme vervielen: ’s ochtends thuisblijven, en na de middag er op uit.

 

 

Mopperend voelde ik de vertrouwde deken van ons compromis weer als een oude vriend over mijn schouder glijden. Hij paste nog precies. En we liepen weer in de regen. Gelukkig als vanouds.

 

Kloosterzin

Orval, 30 april 2008

 

Sommige mensen zijn vreemd.  

 

Nee, ik heb het dan even niet over vrouwen. Natuurlijk zijn vrouwen vreemd, maar dat is een van de wonderen van onze wereld. Vrouwen zijn niet alleen het zout in de pap, vrouwen zijn ook de pap, de lepel en de kom.

 

Nee, ik heb het ook niet over Belgen. Natuurlijk zijn Belgen vreemd. Alleen al van het hebben van Nederland als buurland zou je vreemd worden. Nederlandstalige culturen kunnen dan ook als hét bewijs dienen dat een gelijke taal een totaal afwijkende cultuur voort kan brengen en dat je taal dus niet je denkpatroon bepaalt. Zet maar eens een taalgenoot uit Amsterdam, Antwerpen, Kaapstad, Willemstad, Paramaribo en Jakarta bij elkaar …  – ze mogen alle zes een vorm van Nederlands spreken, qua ideeënwereld verkeren ze in totaal verschillende melkwegstelsels.

 

Nee, ik heb het ook niet over kampeerders. Natuurlijk zijn kampeerders vreemd. Waarom zou een zinnig en weldenkend mens voor meer dan 30 euro per dag in een tentje op een raar luchtbed gaan slapen en elke ochtend een kwartier op een koude douche gaan wachten, en met potten en pannen goochelend (nee, niet googlelend!) en zwetend in de hete zon op een primusje een driegangen maaltijd bereiden, om maar enkele details te noemen? Terwijl thuis tienduizenden euro’s worden gespendeerd om de badkamer, de keuken dan wel de slaapkamer met optimaal comfort in te richten.

 

We waren vandaag weer eens op bezoek in een prachtig klooster. Orval. Waar ze uitstekend bier brouwen en kaas maken. Daar is niets vreemds aan.

 

 

Maar dan. Telkens als ik een monnik zie, bezig met vakken vullen in de kloosterwinkel, in gebed verzonken in de kloosterkerk, onkruid wiedend in de kloostertuin of zich om onduidelijke maar prangende redenen door de kloostergangen haastend, schiet mij steeds een zin te binnen.

 

Sommige mensen zijn echt vreemd.

 

Twijfel ?

België, 1 mei 2008

 

Even voor de goede orde.

Wij hebben nooit getwijfeld over België!


-Top-
>Home>