SisiWenen, 28 juni 2005
Laten we een ding afspreken. Sisi, Keizerin Elisabeth voor niet-intimi, zal altijd jong blijven, haar in pijpenkrullen hebben en adorerend opkijken naar de jonge, zwart besnorde en zwaar verliefde Keizer Frans Jozef. Sommige dingen moeten gewoon in het sprookjesstadium blijven steken. Als je in Wenen rondloopt kom je niet onder het Keizerlijk Paar uit. Nu heeft Frans Jozef natuurlijk abnormaal lang geregeerd, vanaf 1848 tot 1916, en bovendien zou later zijn ambtsperiode de voorlaatste van de Habsburgers blijken te zijn; zijn achterneef mocht na hem nog twee jaar de troon bezetten, waarna de monarchie in Oostenrijk werd afgeschaft.
Bijna 70 jaar op de troon zitten gaat je natuurlijk niet in de koude kleren zitten. Ik vraag me altijd af, maar dat terzijde, hoe Willem-Alexander aankijkt tegen zijn toekomstige Koninklijke baan. In hoeverre zou hij zijn koningschap nog als een Goddelijke voorbeschikking zien, en hoe kun je een dergelijke baan uitoefenen en jezelf niet als beter dan je medemensen gaan beschouwen? Laten we hopen dat Maxima nooit de ontluistering van Sisi of Diana hoeft te ondergaan. In ieder geval trok Frans Jozef zich weinig van zijn prille geluk aan. Iedereen wist dat ie er een aantal (jawel, een aantal) maîtressen op na hield. Boze tongen beweren zelfs dat de depressieve latere jaren van Sisi te wijten zijn aan een door FJ doorgegeven geslachtsziekte.
De keizerlijke maaltijden waren berucht. Ze werden op het einde van de 19e eeuw teruggebracht (!) tot 15 gangen voor het middagmaal en 8 gangen in de avond. Het keizerlijke paar bepaalde het tempo van de maaltijd. FJ stond bekend om het grote tempo waarmee de gangen zijn mond ingeschoven werden, terwijl Sisi leed aan anorexia avant la lettre en zo weinig at dat ze nog eerder klaar was dan haar echtgenoot. Echt culinair genieten was er dus niet bij als je genodigd was aan de keizerlijke dis…
Als je de geschriften en gedichten van Sisi uit die tijd leest word je niet vrolijk. In haar latere leven werd ze een vrijwillige banneling; hoewel ze nog steeds in naam getrouwd was en dus keizerin, zwierf ze van hotel naar buitenplaats zonder ergens wortels te kunnen kweken. Ze had zelfs een eigen treinwagon om Europa mee te bereizen. Tot slot wordt ze op 60-jarige leeftijd vermoord, neergestoken op een brug in Genève door een verwarde revolutionair.
Maar nee, we hadden een afspraak. Sisi blijft eeuwig jong, eeuwig verliefd en eeuwig gelukkig. |
Regels zijn regelsWenen, 30 juni 2005
In Wenen mag je niet door een rood stoplicht lopen. Nu mag je dat in Nederland ook niet, maar er wordt toch een beetje vreemd naar je gekeken als je in Den Haag, om maar een hoofdstraat te noemen, blijft wachten voor een rood voetgangerslicht als dat strikt genomen niet noodzakelijk is. Kijk, als je toch niet kunt oversteken vanwege het drukke verkeer, dan kun je net zo goed doen alsof je voor het rode licht wacht. En dat doen de meeste Nederlanders: doen alsof ze op groen wachten – in werkelijk wachten ze op een onderbreking in de verkeersstroom en als die toevallig samenvalt met een groen licht is dat mooi meegenomen, maar het is zeker geen onontbeerlijke voorwaarde om tot oversteken over te gaan.
In Duitsland was ons al eerder opgevallen dat iedere voetganger stopt voor een rood licht, of er nu verkeer aankomt of niet. Maar daar werd toch niet echt opgekeken als iemand een rood licht negeerde en toch gewoon overstak. Bij hoge uitzondering, dat wel. En alleen jeugdige personen en een eenzame toerist begaf zich op die glijdende schaal. Je zag de toeschouwer denken dat die jongen of dat meisje vast te laat was voor een bijzonder belangrijke afspraak. En toeristen zijn nu eenmaal lomp; hang mensen een fototoestel en een rugzak om, trek ze een korte broek aan en verplaats ze naar een omgeving waar de kans om de buren tegen te komen minimaal is en direct menen ze dat ze alle regels aan hun laars kunnen lappen; ze zijn immers op vakantie.
Wenen was nog een graadje erger. Niet met lompe toeristen, maar de dwangmatige wijze waarop alle regels, ge- en verboden door de bevolking werden nageleefd moest welhaast neurotisch zijn: een dergelijke conformering grensde aan het ongeloofwaardige en als ze in de hoofdstad al zo massaal in het gelid lopen dan moet het platteland wel een toonbeeld van braafheid zijn. De weinige mensen (en dit keer betrof het slechts wat toeristen die nog te kort in Wenen rondliepen om de lokale gebruiken te kennen) die een rood licht trotseerden en toch overstaken werden zeer afkeurend aangestaard; we hebben nog net niet gezien dat ze werden aangesproken op hun gedrag!
De kennelijke gewoonte om alles en iedereen met enige gezagspositie gedwee te gehoorzamen strekte zich zelfs uit tot trambestuurders. We zaten in de S(trassen)-bahn, die nagenoeg vol zat, op weg naar de Porzellan Manufaktur Wien, waar het Augarten porselein gemaakt wordt. Plotseling stopte de tram, amper halfweg de route, en besloot de bestuurder “Allen aussteigen, bitte”. Iedereen stond op en stapte uit, onmiddellijk. Binnen 20 seconden was het hele voertuig leeg, op twee verbaasde en aarzelende Hollanders na, en de voormalige passagiers vormden als vanzelf een nette en overzichtelijke rij op de stoep, zonder een vraag of opmerking te maken en zonder enig onderling overleg. Ook wij verlieten dan maar de verlaten coupé. De situatie moest vaak voorkomen gezien het ingestudeerde gemak van de hele operatie, zo besloten we. Mieke vroeg een omstander wat er aan de hand was. Dat wist ze niet, hoor. En ook de andere passagiers hadden geen idee en haalden achteloos de schouders op. We konden ons deze actie in Nederland maar moeilijk voorstellen. “Uitstappen Waarom dan?” “Jahaa, het regent buiten!” “Ach man, stap zelf uit” “Joh, ik zit net!” …
Stoppen voor rood. Daar moet het stoppen. |
Bezoek aan de hemelWenen, 3 juli 2005
We hebben in Wenen de hemel bezocht. En dan bedoel ik niet een café, restaurant of koffiehuis dat door de eigenaar een wel erg hoog gegrepen naam is toebedeeld, nee, we hebben Jahweh gezien. En engeltjes. Geen paniek, we hadden geen bijna-dood ervaring, geen tunnels met licht aan het einde; we hebben gewoon de lift genomen. Vijfendertig meter, recht omhoog. Het was zondag en het was er warm, erg warm.
Die middag begon met een bezoek aan het Prater, de sinds 1896 draaiende Weense kermis die op de dag des heren druk bezocht bleek. Op de terugweg besloten we de Karlskirche te bezoeken, de mooiste barokke kerk van Wenen, gebouwd aan het begin van de 18e eeuw om het einde van de pestepidemie van 1713 te vieren. De koepel van de kerk bleek binnenshuis in de steigers te staan, en deze plankieren mochten door het publiek worden bezocht! Met een bouwlift werden we naar boven getransporteerd alwaar we slechts neuslengten verwijderd stonden van de kleurige fresco’s van Johann Michael Rottmayer over het leven en sterven van Carolus Borromaeus, de patroonheilige aan wie de kerk zijn naam heeft te danken. We konden zelfs helemaal doordringen tot in het uiterste topje van de koepel, waar we vanaf een platform op 72 meter hoogte het kerkinterieur hemelsbreed konden overzien, met de uitdrukkelijke waarschuwing dat slechts 10 bezoekers tegelijkertijd in het zwerk mochten verblijven. Maar ach ja, als je hier niet onder goddelijke bescherming staat, waar dan wel? |
Winkelen in WenenWenen, 5 juli 2005
Wenen wordt overspoeld met lingeriewinkels. Volgens de eigen reclame zijn er maar liefst 70 filialen van de Palmersboetiek (ja ja, ondergoed) in de hoofdstad gevestigd. Iedere stad heeft natuurlijk zijn eigen winkelkarakter; Amsterdam blijft bijvoorbeeld altijd de stad van seksshops, koffieshops en souvenirwinkels die barstensvol klompen, molens, Delfts Blauw en T-shirts liggen. Winkelen in Wenen roept bij ons na een weekje rondwandelen in ieder geval andere associaties op dan onderkleding.
Winkelen in Wenen, dat betekent de kroonluchters van Lobmeyr, hofleverancier (van welk hof? Dat doet niet ter zake, toch!), Sacher Torte van hotel Sacher (al eeuwen volgens zorgvuldig geheim gehouden recept bereid), telefoneren met Steffl (waar je ongeveer aangeeft wat je wilt hebben zodat de verkoper alvast een voorselectie kan maken die je dan op afspraak kunt komen bezichtigen in een speciaal daarvoor bestemde ruimte), een vulpen van Theyer & Hardtmuth (en geen vulgaire pen of vulpotlood), porselein van Schloss Augarten (niks geen servies, porselein!), een hoed bij Oberwalder & Co (waar menig gekroond staatshoofd hoofddeksels aanschaft, die behalve een decoratieve ook een veiligheidsfunctie hebben), een loden mantel bij Loden Plankl (eventueel met volledige dirndl-outfit), een nieuw imago bij Doris Ainedter (inclusief het vinden van je eigen identiteit), thee bij Schönbichler (waar je ook geestrijke dranken kunt aanschaffen – let wel: geen whiskey, maar geestrijke drank!), liliput-gebak van Altmann & Kühne (klein snoepgoed in mooie doosjes), sommeliers bij Rasper & Söhne (voor de barbaren onder ons: wijnglazen), een muziek-partituur bij Döblinger (eventueel met handtekening van de componist), een nieuw jasje bij Haider-Petkov (metal-look!), fijne kruidenierswaren bij Meinl am Graben (waar ze “alles” hebben wat je maar in je mond kunt willen stoppen), handschoenen van V.u.M Beschorner (sinds 1848), decoratieve levensechte poppen bij Palette, een kattendingetje van Kätze und Kater (meer dan 2.500 katjesartikelen, Jerry kon amper kiezen). Enne… Tja. Een slip van Palmers?
Winkelen in Wenen betekent ook door de tand des tijds getekende panden, gelambriseerde wanden, oude houten en luid krakende trappen en vloeren, kunstig bewerkte plafonds, echt klingelende deurbellen, schitterende kroonluchters en grijzende statige, waardige en uiterst competente verkopers.
O ja. Mocht je zin hebben gekregen. Winkelen in Wenen betekent ook een dikke portemonnee! Want goedkoop… nee, dat betekent winkelen in Wenen niet! |
-Top- |
>Home> |